In Angerenstein is een groep bewoners begonnen met de aanleg van een bloemenberm. Aan de Julianalaan zal in het voorjaar een fleurig paradijs voor bijen, hommels en vlinders verschijnen. Een van de initiatiefnemers is Jeroen Gosse. “Ik zie heel veel vrolijke kansen in de wijk.”
Vroeger was de berm aan de overkant van de huizen van de Julianalaan, vanaf nummer 60 de bocht om naar nummer 30, een stoep. Eerder werd die al ontsteend en voorzien van gras, maar nu gaan de bewoners een stapje verder. “We dachten, dit kan leuker!” vertelt Jeroen Gosse. “Laten we een vrolijke berm maken die goed is voor de biodiversiteit.”
Inheemse bollen en zaden
Twintig huishoudens doen mee met het opfleuren van de bermen. Zij hebben hulp gekregen van de gemeente Arnhem. Jan Floor, parkwachter van onder meer park Angerenstein waar de bermen aan grenzen, is enthousiast over de plannen en regelde dat het maaibeheer in de Julianalaan werd aangepast. Ook zorgde hij ervoor dat de grond werd omgeploegd en leverde hij inheems bloemenzaad om de bermen in te zaaien. “Twee jongens met een frees hadden het in een ochtendje voor elkaar. Daarna hebben we twee zondagen lang samen met bewoners alles gezaaid en in geharkt,” aldus Jeroen. Ook werden er bollen geplant: wilde hyacinten om precies te zijn, een inheemse soort die zichzelf gemakkelijk vermeerdert en een belangrijke voedselbron is voor bijen in het vroege voorjaar. “De bloemen die we gezaaid hebben, staan er niet – boem – in één keer, maar de bollen: die ga je meteen zien!”
Verbinding
De twintig huishoudens aan de Julianalaan vormen een hechte groep. Eerder legden zij al gezamenlijk de Julianabeek aan. De natuurlijke bronbeek werd in de jaren dertig van de vorige eeuw bij de bouw van de huizen onder de grond gestopt en bij toeval herontdekt toen er in 2005 een nieuwe riolering werd aangelegd. “Dat heeft voor veel verbinding gezorgd. We kennen elkaar, weten wat we aan elkaar hebben en zien elkaar elk jaar op het Beekfeest.” Met het bloemenbermproject doen alle Julianabeekbewoners zonder aarzelen mee. “Het is wel belangrijk om een goed verhaal te hebben. Dat helpt ook om iedereen mee te krijgen,” vindt Jeroen. “De insectenstand is gehalveerd de afgelopen twintig jaar, we moeten ons echt zorgen maken. We hebben een verantwoordelijkheid om dit goed te doen.”
Naast het bevorderen van de biodiversiteit vindt Jeroen ook het sociale aspect van het project belangrijk. “Ook al is er nog bijna niets te zien, er is wel al van alles gebeurd. We spreken elkaar weer en helpen elkaar. En er ontstaat eigenaarschap: dit wordt ónze berm. We gaan ons erom bekommeren. Zo mooi. Er hoeft maar héél weinig te gebeuren en dan is dit er allemaal.”
Mooie energie
Behalve van de gemeente kreeg de groep hulp van Angerenstein Toekomstbestendig, Arnhem Zoemt en Stichting Vitale Biotopen in de vorm van advies, zaden en planten. Ook werd er Burgerkrachtsubsidie aangevraagd en toegekend. “Dat is echt heel keurig geregeld. In vijf minuten is het formulier ingevuld, zo simpel!”
Volgens Jeroen is samenwerken met de gemeente handig bij het realiseren van een project als een bloemenberm. “Er zijn ook mensen die zelf bloemen zaaien. De gemeente wil dat liever niet, omdat het al snel een rommeltje wordt. De een doet dit, de ander dat. Ook wil de gemeente graag inheemse bloemen. Maar ik vind het mooie energie: op deze manier begint het. Als je met die mensen gaat praten en het initiatief neemt, komt het wel goed, denk ik. Je moet meeliften op de energie die er is. Als je elkaar vindt, kunnen er mooie dingen ontstaan.”
De weg weten bij de gemeente is zeker een pre om iets voor elkaar te krijgen. Bovendien is organisatietalent geen overbodige luxe, maar een innerlijke drive hebben is onontbeerlijk om plannen werkelijkheid te laten worden, volgens Jeroen. “Als je iets wil en je weet niet hoe je het moet regelen: zoek iemand die je kan helpen. Vrienden of buren, je kunt dat wat je wil voor elkaar krijgen, als je het samen doet!”
